Hoestekst
Vijf jaar hits
niet alle versies
BOUDEWIJN OVER ZIJN REPERTOIRE:
Het authentieke Nederlandse chanson wordt hier eigenlijk
nauwelijks beoefend en gewaardeerd. Alleen uit
pioniersoverwegingen interesseer ik mij voor dit genre.
Haarlems Dagblad 19 november 1965
Een protestsong moét zwart-wit zijn, met het idee op de
achtergrond dat je een misstand alleen aan de kaak kunt
stellen door hem volkomen zwart af te schilderen.
Eva 18 juni 1966
Je moet je kunnen aanpassen aan de mode, alles gaat zo
razendsnel. Ik doe natuurlijk niet aan alles mee.
Eva 18 juni 1966
Ik kan geen teksten schrijven. De idee ontbreekt mij gewoon.
Ik heb vaak geprobeerd maar telkens mis ik de kunst om een
bepaalde gedachte uit te werken.
Nijmeegs Dagblad 26 oktober 1968
Lennaert en ik gaan beiden een eigen richting in. Ik geloof,
dat het verschil tussen ons altijd aanwezig is geweest, maar
nu pas aan het licht komt.
Haagsche Courant 16 november 1968
Niet meer optreden en voortdurend eigen werk brengen. Als ik
een dichter zou zijn, zou ik ook nooit mijn eigen werk
voordragen.
Het Parool 26 juli 1969
BOUDEWIJN EN ZIJN HAAR:
Als ik met Anneke boodschappen ging doen, vroegen de slager en
de melkboer altijd: en dames, wat zal het wezen? Daarom kuchte
ik voortaan altijd maar even heel laag, zodat ze het wel
merkten.
De Spiegel 23 april 1966
Ik vind jongens met kort haar helemaal niet lelijk. Ik vind
jongens die mijn platen kopen nooit lelijk. Ik vind alleen
mezelf met kort haar lelijk.
Brabants Nieuwsblad 10 september 1966
Het heeft niets met provo's, Beatles of anderen te maken, ik
voel me zó prettig. Met kort haar zou ik me naakt
voelen en onzeker zoals Simson.
Nieuwe Haarlemsche Courant 17 april 1967
BOUDEWIJN VOOR HIJ EEN SNELLE BMW KOCHT:
Nee, een auto heb ik niet. Ik ben vreselijk bang in auto's. Ik
reis gewoon met treinen en bussen.
De Spiegel 23 april 1966
Met de trein kom je er vanzelf. Je hoeft je niet op te winden
over de verkeersopstoppingen, je kunt zelfs in slaap vallen.
Als je dorst hebt, ga je naar de restauratie. Verder kun je
veel lezen, de Nederlandse Spoorwegen maken van mij een
ontwikkeld man.
Nieuwe Haarlemsche Courant 17 april 1967
BOUDEWIJN OVER ZIJN CARRIÈRE:
Een nadeel van bekend zijn vind ik wel dat zoveel mensen je
aardig vinden omdat je beroemd bent.
Het Parool 26 februari 1966
Ik vind, dat als je meer geld kunt verdienen, je het niet moet
laten.
Leidsch Dagblad 21 mei 1966
Ik heb altijd naar aanbidding verlangd. Ik wilde omringd,
gezien, gehuldigd worden. Ik vind het nu niet meer erg.
Nijmeegs Dagblad 26 oktober 1968
Je wordt vaak geconfronteerd met het feit dat het binnenkort
afgelopen is. Het kan me niet schelen. Je moet je er volledig
op instellen. Ik heb me er tegen gewapend.
Nijmeegs Dagblad 26 oktober 1968
Ik wil veranderen. Jarenlang heb ik met mijn gitaar op de
Bühne gestaan. De ideeën die ik nu heb passen niet
meer bij dat beeld. Mijn muziek is zoveel meer geworden, dat
ik een breder palet nodig heb.
Haagsche Courant 16 november 1968
De naam Boudewijn de Groot is te zeer besmet met liederen als
De Overlevenden.
Het Parool 26 juli 1969
BOUDEWIJN EN (NIET) WERKEN:
Als ik niet werk 's avonds, ben ik het liefst maar thuis.
Vrouw en kind. Ik kijk graag naar de televisie.
Het Vrije Volk 20 augustus 1966
Ja, ik geloof wel dat je zou kunnen zeggen dat ik lui ben. Een
avond of vier per week, meer wil ik niet werken.
De Gelderlander 21 januari 1967
Het afschuwelijkste werk dat ik me bedenken kan? Buitenwerk!
Spitten of schieten, verschrikkelijk werk lijkt me dat.
De Gelderlander 21 januari 1967
Natuurlijk als het mogelijk was, zou ik alleen maar platen
willen maken. En verder thuis zitten, componeren, teksten
schrijven. Dat kan nu niet.
Haagsche Courant 16 november 1968
BOUDEWIJN OVER ZICHZELF:
Het is überhaupt de vraag of ik eigenlijk wel een zanger
ben.
Nijmeegs Dagblad 26 oktober 1968